Hoofdstuk 10 - Een rib uit mijn lijf

oefening 1


Vul het juiste woord in. Je kunt kiezen uit: willen, mogen en moeten.

Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening.

Hij nooit de afwas doen; daar heeft hij een hekel aan.

Als je Nederlands wil leren, je veel met Nederlanders praten.

Toen ik klein was, ik van mijn moeder geen hond.

Zij heeft altijd een piano hebben.

zij van haar spaargeld een computer kopen, of willen haar ouders dat niet?

In de winter van 1945 sommige mensen tulpenbollen eten.

Ze eigenlijk een tweedehands auto kopen, maar kochten toch een nieuwe.

In de supermarkt je de producten niet proeven.