Hoofdstuk 14 - Wat een ramp!

oefening 3


Vul het goede woord in. Je kunt kiezen uit: doordat, daardoor, door en waardoor.

Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening.

Er viel drie dagen lang regen, het water in de rivieren steeg.

de storm snel in kracht afnam, viel de schade mee.

de hevige sneeuwval waren de wegen geblokkeerd.

De ijskappen smelten snel. wordt het leefgebied van de ijsbeer steeds kleiner.

de vulkaanuitbarsting zijn de hellingen veel vruchtbaarder geworden.

In Italië waren grote bosbranden, grote stukken bos verbrand zijn.

de aarde steeds warmer wordt, ontstaan er grote problemen.

Er was een krachtige aardbeving. is de brug over de rivier ingestort.