Volgende oefening
Hoofdstuk 14 - Met de trein
oefening 4
Geef een reactie of maak de zin compleet. Gebruik
zullen
(waarschijnlijkheid) en de informatie tussen haakjes.
Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening.
1 Is Leo nog niet in Groningen? - Nee, de trein… (vertraging).
De trein
.
2 Weten jullie waar Thorsten is? - Hij… (ziek).
Hij
.
3 Zijn de buren niet thuis? - Nee, ze… (op vakantie).
Nee, ze
.
4 Je houdt ook van hip hop hè. Ik heb een nieuwe cd met hip hop nummers. Je… (cd, leuk vinden).
Je
.
5 Mijn computer is kapot! - Vincent… (helpen), hij is erg technisch.
Vincent
.
6 Wat is het donker! - Ja, het… (gaan regenen).
Ja, het
.
7 Komt Martina met de auto of met de trein? - Ze… (met de trein).
Ze
.
8 Ik kon bijna niet uit de trein komen. Er stonden allemaal mensen voor de ingang. - Ja belachelijk, dat… (typisch Nederlands).
Ja belachelijk, dat
.
9 Kun je me zeggen van welk spoor de trein naar Zwolle vertrekt? - De trein… (van spoor 1).
De trein
.
10 Ik wil graag vroeg naar het station. Ik wil graag een plaats en het… (druk zijn).
Ik wil graag een plaats en het
.
Controleer oefening
Oké
Volgende oefening