Kies de beste reactie.

Klik deze aan.

1. Hoe laat vertrekt de trein?

   1.   ?    De trein wil om 12.15 uur vertrekken.
   2.   ?    De trein zal om 12.15 uur vertrekken.

2. Wat doe je vanavond?

   1.   ?    Ik ga vanavond naar de bioscoop.
   2.   ?    Ik zal vanavond in de bioscoop gaan.

3. Hoe kan ik in het weekend het beste naar Amsterdam reizen?

   1.   ?    Je mag het beste de trein nemen in het weekend.
   2.   ?    Je kan het beste de trein nemen in het weekend.

4. Wat doe je na de les?

   1.   ?    Dan ga ik even boodschappen doen.
   2.   ?    Dan zal ik boodschappen doen.

5. Vertel je plannen voor het komende weekend.

   1.   ?    In het weekend ben ik bij mijn ouders in Frankfurt.
   2.   ?    In het weekend ik ben bij mijn ouders in Frankfurt.

6. Wat doet je vriend dit jaar met Koninginnedag?

   1.   ?    Mijn vriend gaat dit jaar met Koninginnedag naar Amsterdam.
   2.   ?    Mijn vriend zal dit jaar met Koninginnedag naar Amsterdam gaan reizen.

7. Zijn jullie deze zomer in Nederland?

   1.   ?    Nee, deze zomer zijn we in Azië.
   2.   ?    Nee, deze zomer zijn we door Azië reizen.