Hoofdstuk 16 - Naar de bioscoop

oefening 2


Maak van beide zinnen één zin. Gebruik de conjunctie.

Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening.

1 want
Ik ga graag naar de bioscoop.
Ik houd van films.

.

2 en
Ik ga een kast kopen.
Ik ga ook een bank kopen.

.

3 dus
Katrin is ziek.
Ze kan niet naar de cursus Nederlands komen.

.

4 of
We gaan spaghetti carbonara eten.
We gaan andijvie met spekjes eten.

.

5 maar
Ik ga met de trein naar Amsterdam.
Ik weet nog niet hoe laat.

.