Hoofdstuk 18 - Bij de politie

oefening 3


Maak van beide zinnen één zin. Gebruik de conjunctie.

Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening.

1 hoewel
Ik ga op vakantie.
Ik heb weinig geld.

.

2 omdat
Hij kan geen geld halen.
Zijn rekening is geblokkeerd.

.

3 zodat
Irene komt morgen vroeg uit bed.
Ze kan veel doen.

.

4 zodra
De fietsenmaker neemt contact met je op.
Je fiets is gemaakt.

.

5 voordat
Ik ga naar de sportschool.
Ik ga bij Peter andijvie met spekjes eten.

.

6 toen
Mijn zus is op reis naar Colombia gegaan.
Ze was klaar met haar studie.

.

7 als
Je hoeft de paella niet op te eten.
Je vindt het niet lekker.

.

8 nadat
Ik ga op vakantie.
De cursus Nederlands is afgelopen.

.

9 terwijl
Ik snijd de bloemen schuin af.
Jij maakt koffie.

.