Hoofdstuk 5 - Op de markt

oefening 3


Vul het juiste woord in.

Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening.
1 Daar is een plaats. (vrij)

2 Margot is een moeder. (jong)

3 Het is een film. (kort)

4 Hij heeft een bril. (donker)

5 Drinkt hij wijn? (Frans)

6 Dat is een boek! (prachtig)

7 Waar is de tekst? (Spaans)

8 Ik neem dat gerecht. (goedkoop)

9 Ik koop de kopjes voor Sylvia. (rood)

10 Dat is een idee van Robin en David! (fantastisch)