Hoofdstuk 9 - Bij de huisarts

oefening 4


Vul de juiste vorm van het perfectum in.

Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening.

1 - passen
Heb je beide T-shirts ?

2 - spellen
Je hebt mijn naam niet goed .

3 - controleren
Wat heeft de dokter ?

4 - maken
Hij heeft heerlijke spaghetti .

5 - pinnen
Ik heb 70 euro .

6 - halen
Wat hebben jullie op de markt ?

7 - trakteren
Heeft hij op zijn verjaardag ook ?

8 - regenen
Het heeft gisteren de hele dag .

9 - werken
Ik heb lang aan de opdrachten .