Praktijkboek presentie

Hoofdstuk 3

Hier vind je het materiaal waarnaar in hoofdstuk 3 wordt verwezen.

Bij paragraaf 3.2.1 Open waarnemen in de omgang met je cliënten

Oefening in perspectiefwisseling

Neem een cliënt in gedachten met wie je op dit moment te maken hebt in je werk of stage. Hoe ziet de situatie/casus eruit als je door de ogen van die cliënt kijkt? Schrijf dat op alsof jij die persoon bent (in de ik-vorm). Je kunt dat bijvoorbeeld als volgt doen:

Stel je voor dat je ’s ochtends wakker wordt als die persoon. Wat gaat er door je heen bij het ontwaken? Waar zie je tegenop? Waar kijk je naar uit? Hoe begint je dag? Wie kom je tegen? Wat vind je moeilijk? Waar verlang je naar? Waar ben je bang voor? Je kunt ook zelf nog andere vragen toevoegen en beantwoorden.

Denk vervolgens na over de volgende vragen:

  • Wat levert dit voor jou op als je zo moet kijken? Wat begrijp je nu van deze cliënt wat je eerder niet begreep?
  • En wat levert dit mogelijk voor jouw cliënt op?
  • Wat leer je over je eigen manier van kijken?
  • Wat leer je dus over wat voor die persoon op het spel staat, en wie jij voor hem of haar kunt zijn?

Ook al zie je bij perspectiefwisseling iets wat nog altijd vanuit jouw interpretatie zo is, het verbreedt je blik en trekt je minstens een beetje uit je eigen perspectief. Daarmee zet het je aan tot verder denken, anders werken en uitproberen.

Bij paragraaf 3.3 Tot slot

Met de volgende filmpjes op YouTube kun je meer te weten komen over (je eigen beperkte) waarneming en interpretatie: