Hoe werkt het?
Je leest het boek Tekststructuur en je schrijft een tekst. Deze website biedt praktische opdrachten waarmee je je tekst kunt verbeteren, die je in staat stellen te onderzoeken wat voor jou werkt, welke inzichten uit het boek jou het meeste opleveren en – het allerbelangrijkste – die direct je schrijfvaardigheid vergroten.
Wat werkt?
Wil je betere teksten schrijven? Dan zijn er drie dingen die werken.
Het werkt, ten eerste, om je werkwijze te variëren. Soms voor de vuist weg schrijven, dan nadenken wat je lezer eigenlijk wil; soms de spelling checken, dan weer eens de onderdelen van je tekst puntsgewijs onder elkaar zetten. Juist de afwisseling werkt. Niet multitasken, maar taken om en om uitvoeren. Daarom is het schrijfproces in Tekststructuur verdeeld in acht stappen en staan er op deze website bij elke fase verschillende opdrachten die je direct kan uitvoeren.
Het werkt, ten tweede, om je brein efficiënt te gebruiken. We weten allemaal dat je soms na een wandeling of na een nachtje slapen ineens een oplossing ziet die je eerder niet zag. En dat terwijl je niet eens aan je probleem dacht. Dat komt doordat in de tussentijd het onbewuste deel van je brein wel aan het probleem dacht. Mensen maken betere keuzes als ze bewust en onbewust denken afwisselen. In Tekststructuur staan in hoofdstuk 6 vijf van dergelijke schrijfoptimalisatoren beschreven. De opdrachten op deze website zijn opgebouwd rond deze inzichten.
Het werkt, ten derde, om twee dingen van elkaar te onderscheiden, namelijk enerzijds de ordening die je zelf aanbrengt om je grip op je materiaal te vergroten en anderzijds de structuur van je tekst. Het boek Tekststructuur is zelfs in twee delen verdeeld om te benadrukken dat dit twee verschillende zaken zijn; als je het boek hebt gelezen begrijp je waar het over gaat. Maar daarmee weet je nog niet direct hoe je de inzichten die dit onderscheid met zich meebrengt effectief in kunt zetten in je teksten. Daarom vind je op deze website opdrachten die precies hiervoor zorgen.
Wat kun je doen?
Pak je tekst erbij (of, als je nog geen tekst hebt, je idee of je opdracht). Bepaal in welke fase van het schrijfproces je je bevindt en klik op die fase. Je ziet dan opdrachten. Kies er een en voer die uit.