Nederlands in de onderbouw
Een praktische didactiek
7e druk | 2020 | Helge Bonset, Martien de Boer, Tiddo EkensGoede beheersing van de Nederlandse taal maakt het mogelijk om actief deel te nemen aan studie en werk, aan cultureel en sociaal leven. Onderwijs in spreek- en luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en leesvaardigheid dient dan ook een breed maatschappelijk belang. De gewenning aan nieuwe, ‘snelle’ communicatiemiddelen in de digitale wereld maakt dat lezen en schrijven van langere, complexere teksten voor veel leerlingen steeds moeilijker wordt. Het is een stevige taak voor docenten Nederlands in het voortgezet onderwijs om leerlingen de gewenste taalvaardigheden mee te geven voor de toekomst, en om leerlingen bewust te leren kijken naar hun eigen en naar andermans taalgebruik.
Met Nederlands in de onderbouw hebben (aanstaande) leraren Nederlands en lerarenopleiders een praktisch naslagwerk in handen voor de vormgeving van hun onderwijs. De theorie van de taalvaardigheden lezen, schrijven, spreken en luisteren wordt direct toepasbaar in de onderwijspraktijk. Hetzelfde geldt voor onderwijs in fictie en taalbeschouwing. Het boek is gebaseerd op de kerndoelen Nederlands voor de onderbouw, het Referentiekader taal en de Kennisbasis docent Nederlands bachelor. Didactisch uitgangspunt is communicatief taalonderwijs.
Dit boek is bedoeld voor (aanstaande) eerste- en tweedegraads docenten Nederlands en voor professionals binnen het vak Nederlands van het voortgezet onderwijs.
In deze zevende druk van Nederlands in de onderbouw zijn enkele wijzigingen aangebracht ten opzichte van de vorige.
Inhoudelijk gaat het om meer aandacht voor kennis over taal, digitale geletterdheid en creatief schrijven, trends die naar voren komen in de grote opdrachten en bouwstenen die voor Nederlands ontwikkeld zijn binnen curriculum.nu.
De aandacht voor kennis over taal heeft geleid tot een vernieuwd hoofdstuk 6, dat nu Taalbeschouwing heet en uitgebreid ingaat op de vraag welke talige begrippen leerlingen nodig hebben om over taal en taalgebruik te kunnen praten, in het kader van reflectie op eigen en andermans taalgebruik. Daarnaast wordt in het hoofdstuk als vanouds aandacht besteed aan taalvariatie. De uitbreiding van aandacht voor digitale geletterdheid en creatief schrijven is verwerkt in de hoofdstukken Lezen en Schrijven.
De literatuuropgaven bij de hoofdstukken zijn geactualiseerd tot en met 2019. Alle genoemde artikelen zijn integraal op het internet te raadplegen; voor een groot deel van de genoemde boekpublicaties geldt hetzelfde. Bijlage 1, Relevante websites voor het vak Nederlands, is bijgewerkt. Omdat er steeds meer communicatief lesmateriaal Nederlands bekend en beschikbaar is, en om de omvang van het boek te beperken, zijn de lesvoorbeelden bij de hoofdstukken geschrapt.
Helge Bonset was leraar, lerarenopleider/vakdidacticus en leerplanontwikkelaar Nederlands bij SLO (Nationaal Expertisecentrum voor Leerplanontwikkeling). Sinds zijn pensionering is hij hoofdredacteur van Levende Talen Tijdschrift en medewerker aan de website HTNO (Het Taalonderwijs Nederlands Onderzocht) van de Nederlandse Taalunie.
Martien de Boer werkte bij SLO als leerplanontwikkelaar voor het vak Nederlands en voor diverse onderwijskundige thema’s in de onderbouw van het VO. Daarnaast was zij redacteur en adjunct-uitgever bij educatieve uitgeverij Wolters-Noordhoff. De laatste jaren is zij werkzaam als beleidsmedewerker onderwijs bij VO-scholen.
Tiddo Ekens heeft gewerkt als docent Nederlands en NT2. Sinds 1999 is hij werkzaam als onderwijsadviseur en methodeontwikkelaar. Hij ondersteunt docenten bij het versterken van hun taalonderwijs. Belangrijke thema’s: activerende werkvormen, zelfbeoordeling door leerlingen, en geïntegreerd literatuur-, lees- en schrijfonderwijs.
'Toen Nederlands in de onderbouw in 1992 onder de titel Nederlands in de basisvorming verscheen, was het meteen een schot in de roos. En het boek bleef maar scoren jaar na jaar. Drie decennia na de eerste druk heeft het boek nog niets aan relevantie ingeboet. Vele docenten en leraren Nederlands vonden en vinden er nog steeds een didactische inspiratiebron in. Bij jongere Vlaamse leraren en studenten aan de lerarenopleiding Nederlands doet het boek (helaas) niet altijd meer een belletje rinkelen. Hoog tijd dus om de zevende druk onder de ogen te brengen van wie in Vlaanderen met het onderwijs Nederlands begaan is. In mijn ogen is Nederlands in de onderbouw voor (aanstaande) leraren een must, niet alleen voor leraren die in de eerste of tweede graad staan, maar ook voor leraren in de derde graad. Het boek biedt vorming én navorming in een mooi geheel van 344 bladzijden.' - Netwerk didactiek Nederlands, februari 2021
De hele recensie kun je lezen op deze website.
'Didactische handleiding voor leraren Nederlands. De schrijvers beogen het aanreiken van een instrument aan de leraar, waarmee hij zicht krijgt op wat een vernieuwd vak Nederlands in de basisvorming in kan houden en hoe hij dat in zijn lespraktijk vorm kan geven. Aan de orde komen lezen, schrijven, spreken en luisteren, fictie, taalvariatie en massamedia. In deze herziene zevende druk is er meer aandacht voor digitale geletterdheid (hoofdstuk 2), voor creatief schrijven (hoofdstuk 3) en voor kennis over taal (hoofdstuk 6). Het vernieuwde hoofdstuk 6 gaat uitgebreid in op welke talige begrippen leerlingen nodig hebben om over taal en taalgebruik te kunnen praten bij reflectie op eigen taal of die van anderen. Verder zijn literatuuropgaven en relevante websites geactualiseerd, maar zijn de lesvoorbeelden bij de hoofdstukken geschrapt. Geactualiseerde druk.' - NBD Biblion, 31 maart 2021